DE LANGEMAN (1982), pleintje O.L.Vrouwbasliek


Dit bronzen beeld, ontworpen door Robert Vandereycken, is een hulde aan de nog steeds bestaande Hasseltse reus. Door de persoonlijke interpretatie van de kunstenaar wijkt dit beeld af van de grotere originele figuur. Het beeld, een opdracht van het Leesgezelschap, werd onthuld op 7 september 1982.

Hoewel de huidige versie van de reus in hout en papier mâché dateert uit 1810, is de geschiedenis van de Hasseltse reus veel ouder. De oudste vermelding over het bestaan van een reus vinden we in het register van het Smedenambacht, waar in 1497 een bedrag van 4 stuivers wordt ingeschreven dat betaald was aan iemand "die Goliam droegh" in de processie.

De Langeman is sterk verweven met de folklore van Hasselt en is eigendom van de rederijkerskamer De Roode Roos. De reuzen bekleden reeds in de 14de eeuw een bijzondere plaats in het volksleven. De reuzenstoet zou een voortzetting zijn van een Keltische plechtigheid. De oudste reuzen, waaronder de Hasseltse Langeman, leefden altijd alleen en waren gedoemd tot het ouwe jonkmans leven. In het begin verlieten zij nooit hun woning. Uitzonderingen warende kerkelijke feesten, de processies en ommegangen. Later vertoonden ze zich ook in het openbaar als de vorst de gemeente met een bezoek vereerde.

De Langeman zag het daglicht vóór het jaar 1500 en bracht zijn jeugd door bij de gezellen van het smedenambacht. In 1515 werd hij lid van de rederijkerskamer De Roode Roos. Intussen was het al zo dat hij verschillende namen droeg waaronder Goliath, Goliam, Faradon. Vanaf 1810 werd er Don Christophe aan toegevoegd. Deze naam verwijst naar Sint-Christophorus, patroon van de schuttersgilden, waartoe eertijds ook de rederijkers behoorden. Reeds in de vroege eeuwen verscheen de Langeman in processies.


Hij nam deel aan de Blijde Inkomsten van de vorsten en aan de uitdeling van erwtensoep met spek, ter gelegenheid van de Zevenjaarlijkse Virga-Jesse feesten. Dit gebruik hebben we te danken aan Hendrik Dries, een handelaar uit Zonhoven, die daarvoor in 1508 een legaat aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk, nu de Virga-Jessebasiliek, schonk. De Langeman, de reus uit 1810, wordt bewaard in Het Stadsmus. Om de 7 jaar tijdens de Virga-Jessefeesten komt de Langeman weer naar buiten. Hij is dus met voorsprong de oudste nog "levende" Hasselaar.

De bijnaam Don Christophe werd pas op het einde van de 18de eeuw gegeven. De uitdeling van soep wordt voor het eerst vermeld in 1714 bij de viering van het vierde eeuwfeest van de Broederschap van de Virga Jesse. Van dit Broederschap, waarschijnlijk de oudste vereniging van Hasselt, maken momenteel verscheidene leesgezellen deel uit. De aanwezigheid van de Langeman hierbij dateert van 1792.


Robert Vandereycken, geboren in Hasselt in 1933, is kunstschilder, tekenaar en beeldhouwer. Hij studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Hasselt en aan de Nationale Hogeschool voor Architect en Sierkunsten in Brussel onder leiding van Paul Delvaux. Op 29-jarige leeftijd werd hij leraar schilder- en tekenkunst aan de Hasseltse Academie, waar hij ook 12 jaar lang directeur was. Hij werkte aan verschillende opdrachten op de wereldtentoonstelling van 1958 (Expo 1958) in Brussel. Begin jaren 1970 haalde hij in Salzburg de stedelijke prijs voor beeldhouwkunst. Hij bouwde er een samenwerking op met Mascherini, een Italiaanse beeldhouwer. Later werkte hij nog in München op het atelier van Kirchner en in het Centre Artistique de rencontres internationales in Nice.

Samen met Pierre Cox stichtte hij de Hasseltse kunstgroep Helikon. In 1996 werd hij ook benoemd tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Schone Kunsten. Sinds 1953 houdt hij collectieve en individuele tentoonstellingen in België en in het buitenland zoals in Spanje en Japan.

Hij was vele jaren een trouw lid van het Leesgezelschap.

Vandereycken werkt vaak in brons. Hij maakte bijvoorbeeld het bronzen beeld 'Drie vogels in volle vlucht'. Dit staat symbool voor de verzustering van Hasselt met de Japanse stad Itami. Dit beeld staat in Hasselt en werd in 1987 ook in Itami onthuld.

Bron: Hasel & Standbeelden.be