RECHTLIJNIG (2011), Gerechtsgebouw - Stationplein.


Dit ruimtelijke werk van de hand van kunstenaar Fred Eerdekens werd onder impuls van het Leesgezelschap gerealiseerd in 2011. Initiatienemer was het bestuur 2010-2011 met als voorzitter Peter Rombouts en zijn commissarissen Jan Vanbrabant en Guido Fissette, maar de stuwende kracht achter de praktische realisatie ervan was de voorzitter van de Stichting der Limbirgse Bijdragen Paul Schreurs.

Waarom het woord "rechtlijnig"? Na veel suggesties van leesgezellen en na lang wikken en wegen werd er gekozen voor dit woord, omdat het passend is voor een gerechtsgebouw. Ten eerste is dit een plaats waar "recht" gesproken wordt en van het gerecht wordt verwacht dat hierin een "rechte lijn" gevolgd wordt. Op de tweede plaats maant het degene over wie er recht gesproken wordt aan terug te keren naar het "rechte" pad.

Fred Eerdekens is geboren in Heusden-Zolder in 1951. Hij woont en werkt in Hasselt. Hij behaalde diploma's aan het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en Kunst en het Atelier Grafiek van de Kunstacademie in Heusden-Zolder. Hij was docent aan de PHL in Hasselt, de MAD School of arts en aan het HISK in Antwerpen. In 2006 werd zijn loopbaan onderbroken door een ernstig verkeersongeval, waarvan hij moeizaam herstelde.
Fred Eerdekens is intussen een artiest met wereldfaam.

Het beeldend werk van Eerdekens bestaat uit gekrulde koperen linten, metalen of houten staafjes die, als ze worden belicht, schaduwen werpen die woorden of zinnen vormen. Aan zijn creaties voegt de kunstenaar een nieuwe laag toe aan de al gelaagde structuur van woorden. Dat geschreven woord ontstaat pas als de objecten worden belicht. Alzo ontstaat de volgende keten met vier schakels: object - geschreven woord - gesproken woord - betekenis.

Sommige werken, zoals Twijfelgrens (2011) dat opgesteld staat in het vrije veld te Borgloon en gericht is naar de Belgische taalgrens, zijn pas leesbaar als ze bekeken worden vanuit een bepaalde hoek.
Voor het Stadsmuseum in Hasselt ontwierp hij het werk "Want alles gaat voorbij maar niets gaat over" (2014). Het is een zin uit een gedicht van Luuk Gruwez. In 2017 ontwierp hij in het Refugiehuis van de abdij van Herkenrode te Hasselt een installatie "My God heaven is a myth" voor de tentoonstelling Celibataire Divas.

Het unieke kunstwerk met een lengte van 16 meter is ruimtevullend en toch discreet aanwezig. Het is over zijn volle lengte met 24 karaat bladgoud belegd.

Bron: Wikipedia